Bezuiniging op professionalisering van leraren door overheveling
De onderwijsministers Slob en Van Engelshoven hebben 28 miljoen vanuit de Lerarenbeurs overgeheveld naar projecten die het lerarentekort zouden moeten verminderen. Er is bij de bekendmaking van deze maatregel aangegeven dat het zou gaan om een verwachte onderuitputting van de beurs. Naar nu blijkt was daar geen sprake van en hebben 2400 leraren te horen gekregen dat zij voor dit cursusjaar niet in aanmerking komen voor de lerarenbeurs.
De Tweede Kamer heeft op 10 september de ministers in een motie (ingediend door D66, Groen Links, PvdA, en SP) gevraagd om:
- alsnog extra geld vrij te maken zoals bijvoorbeeld een kasschuif waarbij een deel van de middelen voor de lerarenbeurs van volgend jaar naar voren wordt gehaald;
- om de leraren alsnog de beurs te kunnen verstrekken;
- en de 2.400 afgewezen leraren daarover te informeren.
Op 17 september is deze motie in de Tweede Kamer aangenomen. Echter, de ministers hebben aangegeven dat zij daarvoor op de begroting geen ruimte hebben kunnen vinden.
Het is heel spijtig dat leraren nu achter het net vissen; een klein doekje voor het bloeden is de toezegging van de ministers dat de nu afgewezenen het komende cursusjaar bij voorrang in aanmerking zullen komen voor de Lerarenbeurs.
FvOv/VONKC: "Bezuinigen op de professionalisering van leraren is in deze tijd van lerarentekorten 'penny wise, pound foolish'!"