Onlangs is bekend geworden dat ruim 2400 leraren die de Lerarenbeurs 2020-2021 hebben aangevraagd te horen hebben gekregen dat hun aanvraag niet gehonoreerd is omdat er niet voldoende budget is.
Eind 2019 is in de kamer een voorstel ondertekend om 28,5 miljoen euro -bestemd voor de lerarenbeurs- over te hevelen naar budget voor de intensivering van de aanpak van het lerarentekort. Omdat er al jaren sprake zou zijn van onder uitputting van de beurs (er bleef jaarlijks geld over volgens OCW) zou het geld beter gestoken kunnen worden in trajecten voor zij-instromers en het opleiden van onderwijsassistenten.
Er zou voldoende geld overblijven voor leraren die willen studeren met een lerarenbeurs. Dit blijkt nu niet het geval. FvOv/VONKC is van mening dat er veel te weinig geld over blijft voor de lerarenbeurs. De zittende leraren worden nu beperkt en de lerarenbeurs is juist ook nodig als stimulerende maatregel om leraren te behouden voor het onderwijs.
CDA, D66, GroenLinks en de SP hebben Kamervragen gesteld over de gang van zaken rond de lerarenbeurs. De minister wordt gevraagd om nog voor het einde van het zomerreces met een oplossing te komen voor de ruim 2400 leraren die nu een afwijzing ontvangen hebben. FvOv/VONKC is blij met de gestelde Kamervragen en blijft de uitkomsten van de vragen over de tekorten van de lerarenbeurs uiteraard volgen.
Overigens is er bij scholen ook een (ruim) scholingsbudget aanwezig en zijn er in de cao’s po en vo afspraken gemaakt over individuele professionaliseringsbudgetten. Daar kunnen leraren ook een beroep op doen maar dat zal lang niet altijd voldoende ruimte geven in tijd en geld en daar was nu juist de lerarenbeurs een mooi middel voor.
Eerder bericht (in verband met het aanvragen van de Lerarenbeurs voor 2020-2021)