De onderwijsministers Van Engelshoven en Slob maakten op 17 februari hun plannen van het Nationaal Programma Onderwijs bekend. Het kabinet investeert in de komende tweeënhalf jaar in het totaal 8,5 miljard euro in alle sectoren van het onderwijs in een speciaal daarvoor opgezet programma.
'We zijn blij met de steunmaatregelen voor het onderwijs. We werken graag mee aan de verdere invulling', aldus FvOv-voorzitter Jilles Veenstra.
Veel geld naar PO, (V)SO en VO
Een groot deel van het geld (6 miljard) gaat naar het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Het is onder meer bestemd voor leerlingen die door corona vertraging oplopen en extra begeleiding nodig hebben. Elke school krijgt vanaf komend voorjaar geld om leerlingen gericht te helpen, ook op sociaal-emotioneel gebied.
'De praktische invulling van de maatregel wordt nog een uitdaging', zegt Veenstra. 'We zijn blij met de extra budgetten, maar we vragen ons wel af waar de extra handen vandaan moeten komen met de lerarentekorten van dit moment. Ook zal de werkdruk van het personeel en de administratieve lasten een belangrijk aandachtspunt zijn in de verdere uitwerking van het plan'.
Collegegeld omlaag en structureel geld naar MBO-HBO-WO instellingen
Ook voor het middelbaarberoepsonderwijs, hoger onderwijs en onderzoek trekt het kabinet geld uit. Het college- of lesgeld gaat volgend jaar met de helft omlaag. Onderwijsinstellingen die door corona te maken hebben met een grote toeloop van studenten worden hiervoor gecompenseerd. Het kabinet trekt hiervoor structureel 644 miljoen euro uit.
Oproep aan Tweede Kamer: Investeer ook structureel in het onderwijs!
Vertegenwoordigers van zeven werknemersorganisaties in het onderwijs (PO/VO/MBO) vragen de Tweede Kamerleden om een structurele aanpak van de problemen in het onderwijs. In hun brief pleiten FvOv (waaronder VONKC), AOb, CNV Onderwijs, AVS, Platform VVVO, BVMBO en Lerarencollectief voor:
- 580 miljoen euro structureel voor het dichten van de salariskloof tussen PO en VO;
- een substantiële investering in de bestrijding van de werkdruk. Het gaat daarbij om een combinatie van maatregelen die de kwaliteit van het onderwijs verhogen en het beroep van leraar aantrekkelijker maken. Deze maatregelen zullen per sector verschillen. Daarbij gaat het onder andere om klassenverkleining, extra handen in de klas, verlaging van de lestaak van leraren en meer tijd voor de voorbereiding en ontwikkeling van lesprogramma's.
Gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer d.d. 24 februari 2021